Terug naar het overzicht

Verklarende woordenlijst ondernemen

A - Aanwezigheidsindex: De aanwezigheidsindex gaat uit van het relatieve belang van de werkgelegenheid (al dan niet in een bepaalde sector) ten opzichte van de inwoners op arbeidsleeftijd. De verhouding in de regio wordt vergeleken met dezelfde verhouding in het Vlaamse Gewest. Een waarde hoger dan één wijst op een sterke aanwezigheid. - Accijnzen: Accijnzen zijn indirecte belastingen die geheven worden op bepaalde producten (bv. alcohol en alcoholhoudende dranken, tabak, minerale oliën, ...). Er is een Europese horizontale richtlijn van kracht op de heffing van belsasting op accijsproducten (Richtlijn 32/12/EEG van 25 februari 1992). - Activa-plan: Via het Activaplan wil de overheid de aanwerving van langdurige werklozen van 45 jaar en ouder aanmoedigen. Het is een lastenverlaging voor deze doelgroep in het kader van het Banenplan 2004. Meer informatie vindt u bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. - Ambulante handel: Een verkoop is ambulant als die gebeurt buiten de hoofdzetel of vestiging van een bedrijf of buiten de woonplaats van een fysieke persoon. Ambulante handel kan bv. plaatsvinden in het huis van de koper, op de openbare weg, op openbare markten. Hiervoor moet een leurkaart aangevraagd worden bij het gemeentebestuur. - ARKimedes: ARKimedes is een regeling die op structurele wijze risicokapitaal wil activeren naar Vlaamse starters en KMO's toe. ARKimedes-fonds doet beroep op kapitaal van het publiek waardoor het financiering doorsluist naar risicokapitaalmaatschappijen. De kapitaalgaranties worden verstrekt door het Vlaamse Gewest, die ook de financiering van de belastingvermindering voor haar rekening neemt. - Auteursrechten: Het auteursrecht is het recht van de auteur van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst waardoor hij/zij dat werk openbaar mag maken of het reproduceren. De bescherming van het auteursrecht geldt voor 70 jaar na de dood van de auteur. Binnen een arbeidsovereenkomst komt het auteursrecht toe aan de werknemer, tenzij de werkgever een specifieke clausule in de arbeidsovereenkomst last. Volgens deze wet krijgen auteurs en uitgevers recht op een vergoeding voor elke kopie van beschermde grafische werken, die verdeeld wordt door Reprobel. B - Bedrijfsafvalwater: Iedereen moet een heffing op vervuiling van oppervlaktewater in het Vlaamse Gewest betalen. De milieuvergunningswetgeving is van toepassing op het lozen van bedrijfsafvalwater; afhankelijk van het soort en hoeveelheid afvalwater wordt een melding of milieuvergunning klasse 1 of 2 aangevraagd. Meer informatie vindt u bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). - Bedrijvencentrum: In een bedrijvencentrum kunnen startende ondernemingen zich aan interessante voorwaarden vestigen. Een bedrijvencentrum biedt: kantoren in een aantrekkelijk bedrijfsgebouw, een "all-in" dienstenpakket en coaching en advies. - BELGOSTAT: BELGOSTAT ONLINE is een databank van de Nationale bank van België. Men vindt er cijfers over het BBP, de conjunctuur, de bevolking en arbeidsmarkt, de prijzen en lonen, de buitenlandse handel, wisselkoersen, rentetarieven, … Verder kan u er diverse publicaties downloaden zoals deze over het “Economisch belang van de Belgische Zeehavens”. - Beroepsaansprakelijkheidsverzekering: Deze verzekering dekt de schade die iemand veroorzaakt door het niet naleven van professionele verplichtingen en is nuttig voor beoefenaars van vrije beroepen, ambachtslieden en industriële bedrijven. - Beroepskennis: Voor een aantal beroepen, moet u niet alleen kennis van het bedrijfsbeheer bewijzen, maar ook beroepskennis. Momenteel zijn er 42 zo'n gereglementeerde beroepen. - Beroepsziekteverzekering: Een werknermer die getroffen wordt door een beroepsziekte of een arbeidsongeval, heeft recht op een vergoeding. Meer informatie vindt u bij het Fonds voor Arbeidsongevallen en bij het Fonds voor Beroepsziekten. - Best beschikbare technieken (BBT): Dit zijn technische en organisatorische hulpmiddelen om de bedrijven aan te zetten zo milieuvriendelijk mogelijk te werken. Het BBT-kenniscentrum biedt op de website van VITO uitgebreide informatie over milieuvriendelijke technieken op het vlak van bodemsanering, watersanering en afvalwerking en het formuleert aanbevelingen voor de Vlaamse bedrijven. - Brownfield: Brownfields zijn verouderde (bedrijven)terreinen die door bodemverontreiniging of vermoedelijke bodemverontreiniging niet spontaan tot herontwikkeling komen. - Business Angels: ‘Business Angels’ zijn individuele investeerders, meestal (ex-)bedrijfsleiders, die een gedeelte van hun financiële middelen en hun contactennetwerk ter beschikking willen stellen van goede investeringsprojecten. Het 'Business Angels Network Vlaanderen' (BAN Vlaanderen VZW)helpt startende en groeiende bedrijven bij hun zoektocht naar kapitaal door een Business Angel. D - Doorgangsgebouw: In bedrijvencentra kunnen startende ondernemingen zich aan interessante voorwaarden vestigen. Doorgangsgebouwen zijn een verdere stap: hier kunnen snelle groeiers terecht om op korte termijn extra bedrijfsruimte te verkrijgen. E - Eco-efficiëntie: Eco-efficiëntie betekent het produceren van goederen en diensten met een lager verbruik aan grond- en hulpstoffen gekoppeld aan een lagere afvalproductie en vervuiling. Om een eco-efficiënter bedrijfsbeleid te realiseren zijn er verschillende benaderingswijzen mogelijk: * Processen milieuvriendelijker en efficiënter maken * Afvalstoffen optimaal gebruiken of hergebruiken * Producten milieuvriendelijker (her)ontwerpen * Markten herbekijken en de vraag bijsturen. - ECODATA: ECODATA is een online databank van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand & Energie. Via unidimensionele en multidimensionele opzoekingen kunnen gegevens over werkloosheid, prijzen, conjunctuur, producten, omzet, handel, lonen, wisselkoersen, rentevoeten, … opgezocht worden. - Ecodesign: Ecodesign of milieugerichte productontwikkeling wordt vaak omschreven als een integrale ontwerpactiviteit die beoogt dat de productontwikkelaar bij het nemen van ontwerpbeslissingen ook de gevolgen van het milieu overweegt en daarbij rekening houdt met alle schakels in de productketen. Dit houdt de volledige levenscyclus van het product in, waarbij de milieubelasting wordt geëvalueerd zowel bij de grondstofleveranciers, bij de producent van het eindproduct, bij de distributeurs, bij de installateurs, bij de eindgebruiker en finaal bij de afvalverwerker. De productontwikkelaar gaat aldus reeds in de ontwerpfase preventief te werk door te anticiperen op de mogelijke milieu-impact en maakt daarbij keuzes die én het bedrijf én de klant én het milieu ten goede komen. - Ecologiepremie: Zie belangrijk bericht ivm de ecologiepremie onder het item "In De Kijker". F - Feitelijke vereniging (FV): De feitelijke vereniging heeft geen rechtspersoonlijkheid, kan geen verbintenissen aangaan en kan geen eigendom bezitten. De FV wordt best aangegaan als het ledenaantal heel beperkt is, als men een maximum aan kosten en formaliteiten wil vermijden en als er geen grote risico's genomen worden. De leden verbinden zich persoonlijk en behouden hun individuele rechten en plichten. - Filiaalbedrijf: Het filiaalbedrijf is een onderneming met één centrale hiërarchische directie en een netwerk van filialen. Alle filialen zijn eigendom van de moederonderneming. Er is een sterke centrale leiding. G - Gereglementeerd beroep: Voor u een gereglementeerd beroep kan uitoefenen moet u naast de kennis van bedrijfsbeheer ook beroepskennis bewijzen. Momenteel zijn er zo'n 42 gereglementeerde beroepen. - Grensoverschrijdende toeleveringsprojecten: Het project Grensoverschrijdende Clusters Toeleveren en Uitbesteden heeft als doelstelling het stimuleren van grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden tussen toeleveranciers onderling en met uitbesteders en kennisinstellingen in de grensregio Brabant-Limburg-Antwerpen. - Groeipremie: Investeren in een onderneming kost veel geld. De Vlaamse overheid wil ondernemingen daarmee steunen met groeipremies, als onderdeel van het Actieplan Ondernemen. Met de groeipremie betaalt de Vlaamse overheid een gedeelte van de investeringen die een onderneming doet in het Vlaamse Gewest. - Grote verkoopsruimtes: Kleinhandelsondernemingen hebben een ‘sociaal-economische machtiging’ nodig als de totale verkoopoppervlakte een bepaald maximum overschrijdt. Op 1 maart 2005 werd een nieuwe reglementering van kracht. In deze nieuwe reglementering wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen stedelijk en landelijk gebied. H - Handelshuur: Handelshuur betreft het huren van een onroerend goed voornamelijk gebruikt voor een kleinhandelszaak of voor het bedrijf van een ambachtsman die rechtstreeks in contact staat met de klanten. Hier is de wet op de handelshuurovereenkomsten steeds van toepassing, wat zekerheden biedt aan de huurder voor de stabiliteit van de zaak (minimum duur is bv. 9 jaar met recht op huurvernieuwing). I - Inkoopcentrale: De inkoopcentrale is een samenwerking tussen handelaars voor de gegroepeerde aankoop van goederen. Inkoopcentrales werken meestal in de vorm van een coöperatieve vennootschap. De deelnemers hebben weinig verplichtingen. De centrale is eerder gericht op kostenverlaging dan op imago. - Innovatie- en incubatiecentrum: Een innovatie- en incubatiecentrum is een bedrijvencentrum specifiek gericht op jonge hightech starters. Enkel startende onderzoeksgerichte bedrijven zoals bedrijven die voor hun ontwikkeling nog ondersteund worden door onderzoeksafdelingen van universiteiten of hogescholen en spin off bedrijven kunnen er gehuisvest worden. Het bedrijf krijgt hier een optimale technische uitrusting aangeboden. - Integraal Milieujaarverslag (IMJV): De Vlaamse overheid streeft reeds enige tijd naar een administratieve lastenverlaging voor bedrijven. Eén van de realisaties in dit kader is het “Integraal Milieujaarverslag” (IMJV). Het is geen nieuwe verplichting maar wel een integratie van: * Het milieujaarverslag * De afvalstoffenmelding * De aangifte met betrekking tot grondwaterwinning en -statistiek en vanaf 2006 ook: * De aangifte voor de heffing op waterverontreiniging * De aangifte tot vaststelling van de heffing op de winning van grondwater. Met de invoering van dit Integraal Milieujaarverslag worden dus een aantal milieu-informatieverplichtingen vervuld door middel van één formulier op één tijdstip. Vanaf 2006 zal dit ook via internet kunnen. J - Joint venture: De joint venture is een samenwerkingsvorm die meer gericht is op de verwezenlijking van één groot project. De deelnemende ondernemingen richten een aparte onderneming op. K - Kleinhandelsactiviteiten: Het wederverkopen op gewone wijze in eigen naam en voor eigen rekening, van goederen aan verbruikers en kleine gebruikers, zonder deze goederen andere behandelingen te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn. - KMO-programma: Vlaamse KMO's die willen innoveren in hun producten, processen of diensten, en die voor de realisatie van deze innovatie geconfronteerd worden met nader uit te werken technologische vernieuwingen, kunnen hiervoor financiële steun aanvragen bij IWT-Vlaanderen. - Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO): Bijna elke ondernemer in ¡µ%·ië moet worden ingeschreven in de Kruispuntbank voor Ondernemingen. Deze inschrijving vervangt de inschrijving in het handelsregister. U richt zich hiervoor naar één van de erkende ondernemingsloketten. M - Milieuchecklist: De milieuchecklist is een vragenlijst die u als bedrijfsverantwoordelijke en/of milieucoördinator moet toelaten op korte tijd een inzicht te krijgen in alle milieurelevante gegevens van uw bedrijf. Zo kan o.a. worden nagegaan of uw bedrijf in regel is met alle vergunningen en of voldaan wordt aan de voorwaarden van VLAREM II. Ook kunnen de milieuheffingen van het bedrijf worden geanalyseerd. Indien gewenst, kan nadien de ingevulde vragenlijst gezamenlijk besproken worden met een milieuconsulent van de GOM's, waarbij de knelpunten van uw bedrijf worden geïdentificeerd en geëvalueerd. Tevens kunnen hierna gerichte acties en maatregelen worden voorgesteld. Deze grondige doorlichting kan aldus de basis vormen voor de uitbouw of bijsturing van het milieubeleid van uw onderneming. - Milieucoördinator: Indien uw bedrijf volgens de milieuwetgeving ingedeeld is in de eerste klasse, bent u verplicht een milieucoördinator aan te stellen. In de VLAREM I-indelingslijst wordt onderscheid gemaakt tussen een milieucoördinator niveau A en B (A is zwaarder dan B),naargelang de graad waarin uw bedrijf verondersteld wordt belastend te zijn voor mens en leefmilieu. O - Octrooi: Een octrooi is een wettelijk document dat een industrieel eigendomsrecht beschermt met als doel de economische exploitatie ervan veilig te stellen en de onderzoeks- en ontwikkelingsinvesteringen terug te winnen. Het octrooi verbiedt immers aan derden gedurende een bepaalde periode en binnen een bepaalde regio de uitvinding zonder toestemming te vervaardigen, te gebruiken of te verkopen. Een octrooi wordt aangevraagd bij de Dienst voor Intellectuele Eigendom van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. - Ondernemingsloket: U kan terecht bij één van de erkende ondernemingsloketten om uw bedrijf in te schrijven in de Kruispuntbank Ondernemingen. U krijgt dan een uniek ondernemingsnummer toegekend. U neemt best volgende gegevens mee: Rijksregisternummer, bankrekeningnummer, vestigingsadres, commerciële benaming, omschrijving van de activiteit, diploma/bewijs van praktijkervaring dat basiskennisbedrijfsbeheer bewijst, diploma/bewijs van praktijkervaring dat eventuele nodige beroepskennis bewijst. - Ondernemingsplan: Een ondernemingsplan of business plan bevat gedetailleerde informatie over de activiteit, het product, de markt, de mensen binnen de onderneming en de financiering. Door het opstellen van dit plan krijgt u een beeld van de haalbaarheid van uw project en de risico's die eraan verbonden zijn. P - Participatiefonds: Het Participatiefonds is één van de overheidsinitiatieven op vlak van risicokapitaal. Het Participatiefonds heeft een aantal goedkope 'achtergestelde' leningen ter beschikking specifiek voor startende zelfstandigen en kleine ondernemingen. - Personenbelasting: Zowel de éénmanszaak als de vennootschap zijn verplicht om belastingen op de belastbare winst te betalen. - Peterschapsprojecten: In de levensloop van een onderneming moeten vaak nieuwe beslissingen genomen worden die bepalend zijn voor het resultaat en de groei van de onderneming. De ervaring van andere ondernemers kan hen daarbij helpen. Peterschapsprojecten maken ervaringsuitwisseling tussen ondernemers mogelijk. R - Risicokapitaal: De onderneming die op zoek is naar mede-vennoten (en dus bereid is een gedeelte van zijn aandelen uit handen te geven aan derden), kan beroep doen op een aantal mogelijkheden tijdens deze zoektocht. Meestal noemt men dit soort financiering risicokapitaal omwille van het feit dat er geen materiële waarborgen gevraagd worden door de investeerders. Wat risicokapitaal betreft kan er een onderscheid gemaakt worden tussen informele investeerders (bv. privé-personen, Business Angels, Vriendenlening) en anderzijds formele investeerders (bv. ARKimedes, innovatiefonds). S - Sociaal-economische vergunning: Een kleinhandelaar moet vóór de opening of uitbreiding van een zaak met grote verkoopoppervlakte in het bezit zijn van een sociaal economische vergunning. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen handelsvestigingen met slechts één verkooppunt of met meerdere verkooppunten of meerdere uitbaters. De vergunning wordt aangevraagd bij de Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie. - Sociale zekerheidsbijdragen: De basisbijdragen voor de RSZ zijn alle persoonlijke en werkgeversbijdragen die berekend worden op het loon dat aan een werknemer uitgekeerd wordt. Daarboven komen bijzondere RSZ-bijdragen. Deze bijdragen dienen om het stelsel van de sociale zekerheid te financieren. In het kader van de administratieve vereenvoudiging kunnen deze RSZ verplichtingen on-line gebeuren. - Specialisatiegraad: De specialisatiegraad gaat uit van het relatieve belang van de werkgelegenheid in een bepaalde sector ten opzichte van de totale werkgelegenheid. De verhouding in de regio wordt vergeleken met dezelfde verhouding in het Vlaamse Gewest. Een waarde hoger dan één wijst op een sterke specialisatie. V - Vereniging zonder winstoogmerk (VZW): Een VZW is een vereniging van natuurlijke of rechtspersonen die met een bepaald niet winstgevend doel hun kennis, activiteit en middelen in gemeenschap brengen. Een VZW mag bijkomende winstgevende activiteit uitoefenen op voorwaarde dat deze het belangeloos doel van de vereniging helpt verwezenlijken en de leden niet verrijkt. - Vriendenlening: Via de Vriendenlening wenst de Vlaamse regering particulieren die rechtstreeks leningen toekennen aan beginnende ondernemers, te laten genieten van een fiscaal gunstregime. Op die wijze kan de beginnende ondernemer vlotter aan investeringskredieten geraken, terwijl de particuliere belegger bovenop de interest die hij op de lening ontvangt, een fiscaal voordeel ontvangt. - Vrijwillig filiaalbedrijf: Het vrijwillig filiaalbedrijf komt overeen met een filiaalbedrijf, maar blijft zelfstandig. Bij deze formule is het meestal de handelaar die voor bepaalde producten een verkoopcontract afsluit met een groothandelaar. W - Waarborgregeling: KMO's die geen investeringskrediet kunnen bekomen ingevolge een gebrek aan voldoende zakelijke waarborgen kunnen een beroep doen op de waarborgregeling investeringskredieten. Z - Zonevreemde gebouwen: Om de ruimte te ordenen werden plannen van aanleg, zoals de gewestplannen opgemaakt. Op deze gewestplannen wordt onder andere vastgelegd waar de woonzones liggen en waar dus in principe gebouwd kan worden om er te gaan wonen. Ook liggen de gebieden vast waar terreinen voor de industrie nodig zijn, welke geschikt zijn voor landbouw of recreatie en welke men wenst te behouden als groengebied. Als een gebouw ligt in een zone waar het niet thuishoort, wordt het "zonevreemd" genoemd. Een aantal voorbeelden zijn een oud fort in natuurgebied, een kasteel in natuurgebied, een woning in landbouwgebied, ...