Terug naar het overzicht

Overnamefinanciering is versoepeld

Artikel 629 gewijzigd per 1 januari 2009 Tot voor 1 januari 2009 was het een overnemer verboden dat de overnameprooi (een nv, bvba, cva of cvba) middelen voorschiet, leningen toestaat of zekerheden stelt met als doel het verwerven van de aandelen of winstbewijzen door de overnemer. Dit bemoeilijkte een overname omdat de koper in sommige gevallen onvoldoende externe financiering kon verkrijgen. Voor overnames van bedrijven met veel activa (onroerend goed, zware technische infrastructuur of veel liquide middelen) dienden daarom ingewikkelde en dure constructies te worden uitgewerkt om de overnamefinanciering alsnog rond te krijgen. Vanaf 1 januari 2009 wordt artikel 629 van het Wetboek van vennootschappen op een aantal belangrijke punten gewijzigd en staat het nieuwe artikel vennootschappen toe om, onder voorwaarden, middelen en zekerheden te stellen met als doel het verkrijgen van haar aandelen. België versoepelt hiermee haar wetgeving aanzienlijk (zelfs soepeler dan de ons omringende landen) en we kunnen aannemen dat dit de financiering van overnames zal vergemakkelijken. Als basis voor deze versoepeling gold een Europese richtlijn die voor april 2008 omgezet diende te worden naar Belgisch recht. Artikel 629 werd gewijzigd via een Koninklijk Besluit van 8 oktober 2008, gepubliceerd in het Belgische Staatsblad van 30 oktober 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009. Derhalve kan een vennootschap, onder voorwaarden, voortaan rechtstreeks of onrechtstreeks middelen voorschieten, leningen toestaan of zekerheden stellen met het oog op de verkrijging van haar aandelen door een derde. Deze voorwaarden zijn de volgende: - Een algemene vergadering van aandeelhouders moet voorafgaandelijk toestemming verlenen tot financiële bijstand. Deze beslissing van de algemene vergadering moet worden genomen met een quorum en meerderheid vergelijkbaar met een statenwijziging. - De raad van bestuur is verantwoordelijk om toe te zien dat een financiële bijstand gebeurt tegen billijke marktvoorwaarden dwz rekening houdend met de gebruikelijke marktintrestvoet en gebruikelijke zekerheden voor gelijkaardige financieringsverrichtingen met een derde partij. - De raad van bestuur is tevens verantwoordelijk om de kredietwaardigheid van de betrokken partijen te onderzoeken. - Het bestuursorgaan stelt een verslag op waarin (i) de redenen voor de verrichting, (ii) het belang dat de vennootschap bij het aangaan van een dergelijke verrichting heeft, (iii) de voorwaarden waartegen de verrichting wordt aangegaan, (iv) de aan de verrichting verbonden risico’s voor de liquiditeit en de solvabiliteit van de vennootschap en (v) de prijs waartegen de derde geacht wordt de aandelen te verkrijgen, worden uiteengezet. - Wanneer een bestuurder van de moedervennootschap of de moedervennootschap zelf de begunstigde is van de verrichting, dan bevat het verslag van de raad van bestuur bovendien een specifieke verantwoording van de genomen beslissing, rekening houdend met de hoedanigheid van de begunstigde, alsook met de vermogensrechtelijke gevolgen van de verrichting voor de vennootschap. - Het voor die verrichting uitgetrokken bedrag moet voor uitkering vatbaar zijn. Dit wil zeggen dat de totale financiële bijstand er niet mag toe leiden dat het nettoactief daalt of ten gevolge van de bijstand zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd. - De vennootschap neemt dan ook aan de passiefzijde van haar balans een niet voor uitkering beschikbare reserve op, ten bedrage van de totale financiële bijstand. Bovenstaande voorwaarden, met uitzondering van punt 6 en 7, zijn niet van toepassingen indien: - De financiële bijstand wordt toegekend aan personeelsleden van de vennootschap of van een ermee verbonden vennootschap voor de verkrijging van aandelen (of certificaten die betrekking hebben op aandelen) van die vennootschappen, - De financiële bijstand wordt toegekend aan vennootschappen waarvan tenminste de helft van de stemrechten in het bezit is van leden van het personeel van de vennootschap, voor de verkrijging door die verbonden vennootschappen van aandelen van de vennootschap of van certificaten die betrekking hebben op aandelen van die vennootschap, waaraan tenminste de helft van de stemrechten verbonden is.