Terug naar het overzicht

Inkomenstenbelastingen

De Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit (sector directe belastingen) is belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen, die als volgt worden ingedeeld: 1. een belasting op het totale inkomen van rijksinwoners: de personenbelasting (PB); 2. een belasting op het totale inkomen van binnenlandse vennootschappen: de vennootschapsbelasting (Ven.B); 3. een belasting op inkomsten van andere Belgische rechtspersonen dan vennootschappen: de rechtspersonenbelasting (RPB) 4. een belasting op inkomsten van niet-inwoners: de belasting van niet-inwoners (BNI).De Administratie van de invordering is belast met de inning van de voormelde belastingen De belastingen worden geïnd door middel van voorheffingen, binnen bepaalde perken en onder bepaalde voorwaarden; er zijn drie voorheffingen, nl. de onroerende voorheffing, de roerende voorheffing en de bedrijfsvoorheffing, dit naargelang de geïnde belastingen betrekking hebben, ofwel op de inkomsten uit in België gelegen onroerende goederen, ofwel op de inkomsten van roerende goederen en kapitalen of op diverse inkomsten van roerende aard, ofwel op beroepsinkomsten en sommige andere diverse inkomsten. Het aanslagjaar (aj.) begint in principe op 1 januari en eindigt op de daaropvolgende 31 december. Evenwel kan de voor een aanslagjaar verschuldigde belasting op geldige wijze gevestigd worden tot 30 juni van het daarop volgende jaar (onverminderd bijkomende verlengingen door bijzondere wetten).De voor een aanslagjaar verschuldigde belasting wordt gevestigd op de inkomsten die de belastingplichtige verkregen heeft in het belastbare tijdperk.Voor de inkomstenbelasting geldt in principe een aanslagtermijn van drie jaar, vanaf 1 januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd. Dit is het geval bij niet-aangifte, laattijdige aangifte of als er meer belasting verschuldigd is dan blijkt uit de aangifte. Deze aanslagtermijn wordt verlengd tot 5 jaar wanneer de belastingwetgeving overtreden werd met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden. Er is sprake van bedrieglijk opzet wanneer de overtreding begaan wordt met de bedoeling zichzelf of een derde een onrechtmatig voordeel te verschaffen. Er is een oogmerk om te schaden wanneer de overtreding begaan wordt met de bedoeling de rechtmatige belangen of de rechten van andere private of publieke personen te krenken. In beide gevallen moet de fiscus het bewijs leveren. Zelfs wanneer de buitengewone aanslagtermijnen van drie en vijf jaar verstreken zijn, kan de fiscus nog altijd belastingen of aanvullende belastingen vestigen ondermeer wanneer bewijskrachtige gegevens uitwijzen dat belastbare inkomsten niet zijn vermeld in een aangifte die ingediend moest worden tijdens één van de vijf jaren vóór het jaar waarin de administratie kennis krijgt van die gegevens.Vanaf 1 augustus 2006 geldt eveneens een langere aanslagtermijn bij inlichtingen in het buitenland. De verlenging geldt ook voor nog openstaande termijnen. De bezwaartermijn inzake directe belastingen wordt vanaf dezelfde datum verlengd tot 6 maand en geldt ook voor termijnen die op deze datum nog openstaan1.Voortaan heeft de administratie de mogelijkheid om ondernemingen of beoefenaars van vrije beroepen die geen of een laattijdige aangifte doen, te belasten op basis van forfaitaire minima die door de Koning worden vastgelegd (afhankelijk van de sector en minimaal 9.500 EUR).